Bolivia, een land van uitersten - Reisverslag uit Uyuni, Bolivia van Lisanne Vermeulen - WaarBenJij.nu Bolivia, een land van uitersten - Reisverslag uit Uyuni, Bolivia van Lisanne Vermeulen - WaarBenJij.nu

Bolivia, een land van uitersten

Door: Stefan

Blijf op de hoogte en volg Lisanne

28 Mei 2014 | Bolivia, Uyuni

Het is donderdagochtend en we wachten op de bus die ons naar Copacabana zou brengen. Bij het horen van de naam ‘Copacabana’ gaan de gedachten al snel uit naar het beroemde strand in Rio de Janeiro of naar dat aanstekelijke nummer van Barry Manilow uit de jaren ’70, maar in dit geval gaat het om een klein plaatsje aan de oever van de Boliviaanse zijde van het Titicaca Meer. Deze plaats is het ideale vertrekpunt naar één van de twee grote eilanden die Bolivia rijk is: Isla del Sol en Isla de la Luna (eiland van de zon & eiland van de maan). Wij besloten om naar Isla del Sol te gaan, wat overigens niet zo exotisch is als dat het klinkt, en daar één nachtje te verblijven.

Na 5 uur in de bus en 1 uur in de boot gezeten te hebben komen we aan op Isla del Sol, waar we direct zien dat het een rotsachtig eiland is zonder taxi’s of openbaar vervoer. De plaatselijke inheemse bevolking, die niet Spaans maar Aymara als moedertaal heeft, verplaatst zich uitsluitend te voet en heeft ezels voor het zware werk. Doordat het eiland op 4.000 meter hoogte ligt en dit een fikse aanslag is op je uithoudingsvermogen, besluiten we bij het eerste hostel dat we op het bergpad tegenkomen te stoppen. Daarvandaan verkennen we het zuiderlijke deel van het eiland en genieten van het prachtige uitzicht. Toen we ’s avonds het restaurant uitliepen en naar boven keken, zagen we ook nog eens de mooiste en meest heldere sterrenhemel die we ooit gezien hebben. De tweede dag pakken we ’s ochtends een bootje naar het noordelijke deel om vanaf daar richting het zuiden te lopen. Het was een leuke wandeling van drie uur waarbij we veel van het eiland konden zien en we zelfs nog wat goede gesprekken hadden met een aantal locals. Aan het einde van de wandeling kwam ik erachter dat je op grote hoogte sneller verbrand dan gebruikelijk, waardoor ik die middag met een rode nek de bus naar La Paz instapte.

Morgen beter

Toen we vier uur later de bus weer uitstapte en voet zetten in La Paz, zagen we een bekend gezicht. Het was Alonso die we, zoals de trouwe lezers van onze blog al weten, een week eerder nog in Cusco hadden ontmoet! Want hoewel hij zelf Peruviaans is en in Cusco woont, is hij vaak in La Paz te vinden, omdat zijn vriendin Adriana daar woont. Adriana kende ik nog van haar tijd in Nederland, dus het was leuk om haar na vier jaar weer terug te zien. Alonso en Adriana zouden ons de volgende dagen nog veel van de stad laten zien, maar omdat het al laat was brachten ze ons nu rechtstreeks naar ons hostel.

De volgende ochtend stond ons een bijzondere stadswandeling te wachten. Wij werden bij onze wandeling door het historische centrum namelijk vergezeld door Alonso en hadden dus een Peruviaanse gids in deze Boliviaanse stad. Maar hij bleek goed naar Adriana geluisterd te hebben, want hij wist ons bijzonder veel te vertellen over La Paz. Het is letterlijk een adembenemende stad, want de hoogte (3.600 m) zorgt ervoor dat je al snel kortademig wordt. Wij hebben ons laten vertellen dat het heel belangrijk is dat je bij deze hoogte niet te veel eet en geen alcohol drinkt. Later die dag werden we echter meegenomen naar een baby shower van Adriana’s nichtje en het bleek al snel dat dit feest juist voornamelijk uit heel veel eten bestond. Cupcakes, taarten, spekkies, chips, kipvleugeltjes, patat, alles kwam voorbij! Vervolgens werden we in een bar op het typisch Boliviaanse alcoholische drankje ‘Ajenjo’ getrakteerd. Het zou een hallucinerend effect hebben, maar het was vooral heel sterk en gekruid.

Hoewel het enorm gezellig was, had al dat eten en drinken een negatief effect op mijn darmflora. De daaropvolgende dagen kreeg ik namelijk een steeds hechtere band met het toilet, waarbij ik op de laatste dag in La Paz zelfs meer tijd op de pot dan in bed doorbracht. Desalniettemin hebben we nog vrij veel gezien van de stad. Zo gingen we met Adriana en Alonso naar een aantal uitzichtpunten, waar Lisanne de panoramafunctie op haar fototoestel nog eens goed kon uittesten. Ook gingen we met Alonso naar Valle de la Luna (Maanvallei), een vallei net buiten de stad waar het landschap inderdaad meer weg heeft van de maan dan van de aarde.

Op zondag zouden we ook nog eens de voetbalwedstrijd tussen The Strongest en Universitario Sucre bezoeken. Aangezien ze tweede en derde stonden, was dit een ware topper in de Boliviaanse Competitie. Hoewel de wedstrijd om 15:00 uur zou moeten starten, was de bal om 16:30 nog steeds niet in beweging gebracht. We waren echter al enigszins gewend aan het Zuid-Amerikaanse tijdsbesef en maakten ons dus niet druk om deze, voor Zuid-Amerikaanse begrippen, kleine vertraging. Toen er om 17:00 nog steeds geen aanstalten werd gemaakt om te beginnen, begonnen wij ons toch af te vragen wat er aan de hand was. De radio van Adriana’s vader bood daarbij uitkomst. Het bleek dat de scheidsrechter vertraagd was bij zijn reis vanuit het vijf uur ten zuiden gelegen Oruro naar La Paz. De arbiter bleek zelfs dermate veel vertraging te hebben, dat de wedstrijd uiteindelijk naar de volgende dag verplaatst werd! Morgen beter..

Morgen beter dus.. Dat zou wel vaker het verhaal worden van ons verblijf in La Paz. De volgende dag waren we namelijk van plan om de musea van Calle Jaen te bezoeken, maar eenmaal aangekomen zagen wij enkel dichte deuren. De vier musea houden allemaal, uitgerekend op maandag, de deuren gesloten voor onderhoud. Morgen beter. Maar gelukkig stond ’s avonds, wederom, de wedstrijd van The Strongest op het programma. Het werd een vermakelijke wedstrijd met kansen over en weer. De 2-2 eindstand was dan ook een logische uitslag, waar beide teams overigens weinig mee opschoten.

Op de laatste dag van ons verblijf in La Paz ging Lisanne alsnog langs een aantal musea, terwijl ik in ons hostel bleef. Deze dag bereikte mijn toch al innige relatie met de wc-pot namelijk zijn hoogtepunt, waarbij ik iedere vijf minuten een sprint van bed- naar badkamer moest trekken. Na deze vrij beroerd verlopen dag, stond ons ook nog eens een zware busreis te wachten. De weg naar Uyuni is namelijk niet geasfalteerd, waardoor wij tijdens deze nachtelijke rit door heel de bus heen geslingerd werden. Maar deze slapeloze nacht hebben wij er graag voor over, want we zijn op weg naar één van de highlights van Bolivia en onze Zuid-Amerika reis: Salar de Uyuni!

Salar de Uyuni

Uyuni is eigenlijk een nietszeggend klein dorpje in het zuiden, maar loopt iedere dag wel vol met toeristen. Het is namelijk de toegangspoort naar de zoutvlaktes van Salar de Uyuni. Na een verplichte overnachting hier, stonden wij de volgende dag om tien uur klaar voor onze driedaagse toer en even later kwamen onze medereizigers ook binnenlopen. Wij deelden de jeep met twee jongens uit Zwitserland en één jongen uit Duitsland. Het klikte gelukkig goed en we hadden het onderling erg gezellig.

Naar goed Zuid-Amerikaans gebruik gaan we anderhalf uur later dan gepland op weg naar de zoutvlaktes, maar niet voordat we eerst bij het ‘treinkerkhof’ zijn geweest. Daar staan treinen uit de 19e eeuw die al lange tijd buiten gebruik zijn. Na deze tussenstop rijden we door naar Salar. Omringd door oneindig lijkende zoutvlaktes rijden wij richting Fish Island. Zoals de naam al doet vermoeden is dit een visvormig eiland dat ooit in een groot meer lag, maar door de opdroging daarvan nu omringd wordt door zout. Daarnaast zie je op heel het eiland metershoge cactussen, waarvan gezegd wordt dat ze ooit door de Inca’s zijn geplant om als herkenningspunt te dienen. Even verderop maken we een aantal perspectieffoto’s, waarvan er één onder dit verhaal staat. Later genieten we van een prachtige zonsondergang, voordat wij verder rijden naar een zouthotel. Dit hotel, volledig gebouwd van zout, is onze slaapplaats voor de eerste nacht. Het was hier al behoorlijk koud, al zouden we de volgende nacht nog erger afzien. Toen sliepen we namelijk, bij een temperatuur van -23 (!), in een kamer zonder verwarming! Daarom zijn we uiteindelijk maar met al onze meegebrachte kleding aan onder zeven dekens gaan liggen om nog een beetje gevoel in onze ledematen te behouden.

Tijdens de gehele toer kregen wij interessante informatie van onze gids Roberto. Hoewel zijn leeftijd strikt geheim is, kunnen we rustig stellen dat hij een zéér ervaren gids is. Sterker nog, hij was zowel in Uyuni als in het mijnwerkersplaatsje Potosi de allereerste gids. Deze markante man is een geweldige vent, die ons keer op keer weer wist te verbazen. Zo bleek hij, ondanks zijn zeer respectabele leeftijd en traditioneel ogende kleding, een groot liefhebber van de dancemuziek van Avicii en Mayor Lazor. Daarnaast is hij op zijn tiende al van school gegaan om in de mijnen te gaan werken, maar heeft hij zichzelf Engels geleerd en sprak hij ook al een aardig woordje Duits. Hij gaf de toch al interessante toer nóg meer kleur.

Zo enthousiast en bekwaam als Roberto was, zo vreselijk was de chauffeur. De chauffeurs in Uyuni hebben sowieso al geen goede reputatie, want maar liefst 80 (!) procent zit dronken achter het stuur. Helaas behoorde ook dit figuur tot deze ruime meerderheid. Omdat deze flapdrol tot in de late uurtjes had zitten zuipen, bleek het voor hem een onmogelijke opdracht om net als de rest van de groep om half 6 ’s ochtends klaar te staan. Doordat we een uur te laat vertrokken misten we de prachtige zonsopkomst die één van de hoogtepunten van de toer had moeten zijn. Op dit soort momenten ben ik blij dat ik niet alleen de nette woorden maar ook de scheldwoorden in het Spaans beheers. Die kwamen namelijk ook in het vervolg van de reis nog van pas. Wij moesten uiterlijk 18:00 uur terug zijn om de bus naar Potosi te halen. Hoewel hij iedere keer aangaf dat we dat makkelijk zouden halen en zelfs boos werd omdat wij daaraan twijfelden, presteerde hij het om 50 minuten later aan te komen. Daardoor zat avondeten er niet meer in en bestond ons diner uit crackers, het enige dat we nog even snel konden kopen voordat de bus vertrok.

Ondanks de capriolen van deze dronkenlap was de driedaagse toer absoluut een bijzondere ervaring. Naast de rit over de zoutvlaktes hebben we meerdere lagunes bezocht, waarbij ‘de groene lagune’ het meest bijzonder was. Toen we daar aankwamen was het water nog transparant, maar gaandeweg werd deze steeds groener totdat hij tien minuten later volledig groengekleurd was. Volgens Roberto kwam dat doordat er koper in het water zit, wat in combinatie met een windvlaag voor deze groene gloed zorgt. Ook de geisers waren zeer bijzonder, zoals te zien op de foto hieronder.

Gein in de mijn

Bolivia is financieel gezien één van de armste landen van Zuid-Amerika, maar is extreem rijk aan grondstoffen. In de koloniale tijd had het echter nog heel veel meer. Zo hebben de Spanjaarden schipladingen vol met zilver vanuit Zuid-Amerika naar huis gebracht en een groot deel van dat zilver kwam uit Bolivia, met name uit het plaatsje Potosi. Potosi is namelijk een mijnwerkersdorp op 4.000 meter hoogte, waarvan de inhoud van de mijn ooit voor 90 procent uit zilver bestond. Helaas is tegenwoordig het tegenovergestelde het geval en heeft slechts 10% enige waarde en bevat bijvoorbeeld zilver, tin en koper. Tegenwoordig is het mogelijk om met de mijnwerkers mee te gaan en een toer door de mijnen te maken en wij besloten dat ook te doen.

Het werd een indrukwekkende excursie, waarbij we onder begeleiding van mijnwerker Efrain door de vochtige, nauwe gangen liepen. Onderweg zagen we mannen met zakken van 40 kg door de gangen naar buiten lopen. Na drie steile trappen beklommen te hebben, kwamen we bij ‘El Tio’ (de oom) terecht. El Tio is een beeld dat lijkt op een duivel met een enorme ‘jongeheer’. Volgens de mijnwerkers is het echter geen duivel, maar de god van de mijn. Op die plek namen we een slok drank met 96%!!! Het is namelijk traditie om dit drankje met het belachelijk hoge alcoholpercentage aan deze ‘god’ te schenken en vervolgens zelf ook een slok te nemen. Het moet pure alcohol zijn, omdat ze denken dat als ze pure alcohol schenken ze puur zilver ontvangen. Na deze enigszins benauwde, maar bovenal zeer interessante, ervaring gaan we door naar de stad Sucre.

De witte stad

De volgende etappe in onze ‘tour de Bolivia’ was hoofdstad Sucre. Hoewel deze stad ooit bekend stond als Ciudad de la Plata (stad van het zilver), is al het zilver inmiddels verscheept naar Spanje. De stad gaat daarom tegenwoordig door het leven als ‘de witte stad’ en het is niet moeilijk om te achterhalen waar deze bijnaam vandaan komt. Alle huizen in deze prachtige koloniale stad zijn namelijk witgekleurd. En het viel Lisanne direct op dat de huizen zeer goed onderhouden waren en zei zelfs: “Het lijkt wel alsof ze vandaag geschilderd zijn”. De volgende dag zagen we tijdens onze wandeling door het historisch centrum, dat dit ook daadwerkelijk het geval was. Omdat het grote onafhankelijkheidsfeest voor de deur stonden zag je op elke hoek van de straat een schilder op de stijgers staan om de stad er zo goed mogelijk uit te laten zien.

Op de eerste avond in Sucre kwamen we een restaurant tegen dat Hollandse kroketten en Bossche bollen verkocht. Na ruim drie maanden in het buitenland klonk dat best verleidelijk, dus we bestelden direct een portie saté en kroketten met friet. Deze Hollandse avond werd later overigens ruimschoots gecompenseerd, want we hebben in de overige dagen alle lokale culinaire hoogstandjes uitgeprobeerd. Ricardo, een vriend die lange tijd in Sucre had gewoond, had mij namelijk een zeer uitgebreide lijst met de meest typische gerechten opgestuurd.

De volgende twee dagen aten en dronken we ons dus een weg door het stadshart van Sucre. Empenada’s bij een ‘Opa’s Café’, api, tojori en pasteitjes op de markt, ijsjes in Park Bolivar, het smaakte allemaal even goed. Daarnaast namen we ook een broodje chorizo bij het in Sucre zeer beroemde 7 Lunares en als we de eigenaresse van deze tent mogen geloven ruikt heel de stad naar haar chorizo. Of de stad inderdaad naar haar chorizo rook weet ik niet, maar het vliegtuig dat wij later die middag naar Santa Cruz namen in ieder geval wel (bij dezen alsnog mijn excuses aan al mijn medepassagiers).

Een beetje Brazilië in Bolivia

Met de nasmaak van chorizo nog in de mond vlogen wij dus van Sucre naar Santa Cruz, de grootste stad van Bolivia. Toen wij van Potosi naar Sucre gingen hadden wij de hoogte en de kou van het Andesgebergte al enigszins achter ons gelaten, maar het vele malen lager gelegen Santa Cruz was nog een stuk aangenamer qua temperatuur. Het was hier niet alleen een stuk warmer, maar ook veel vochtiger dan in de rest van Bolivia. Ook de bebossing doet totaal niet denken aan de plaatsen die we eerder hebben bezocht. Hoewel Santa Cruz economisch gezien de motor is van Bolivia, lijkt het eigenlijk niet echt Boliviaans. Dat vinden veel inwoners zelf overigens ook. Mede door de ligging vlakbij de Braziliaanse grens, identificeren zij zich meer met hun buurland dan met Bolivia zelf.

Alhoewel we slechts anderhalve dag in Santa Cruz zouden blijven, was het een leuke tussenstop voordat we door zouden reizen naar Uruguay. We verbleven namelijk bij Julien en Paola, een stel die ik ook ken via mijn werk en die ik al bijna vier jaar niet had gezien. De eerste avond gaan we direct met Julien en een collega van hem naar het historische centrum van de stad waar we op een balkon aan het centrale plein het typisch Boliviaanse gerecht Pico Macho proberen.

Omdat zowel Julien als Paola de volgende dag moet werken, gaan wij ’s ochtends met z’n tweeën de stad verkennen. Na een wandeling door het centrum ontmoeten we Julien op het plein om te gaan lunchen bij la Casa del Camba. De inwoners van Santa Cruz worden ook wel ‘cambas’ genoemd, dus het is geen verrassing zijn dat wij hier de lokale specialiteiten konden proberen. En Santa Cruz staat bekend om vlees, heel veel vlees. Dus we waren gelijk helemaal in ons element. Nadat we een soort mixed grill voor drie personen hadden weggewerkt, brachten we een bezoek aan parque Güembe waar we allerlei exotische vogels konden zien.

Met dit bezoek aan Güembe kwam een einde aan ons verblijf in Santa Cruz en dus ook Bolivia. Hoewel Bolivia misschien nog niet zo bekend en populair is onder toeristen als bijvoorbeeld Peru, is het een land dat extreem veel te bieden heeft. Met de Salar de Uyuni als één van de absolute hoogtepunten! De toer over de eindeloze zoutvlaktes, het verblijven op extreme hoogte, de rondleiding door de mijnen, het zijn allemaal ervaringen die ons lang bij zullen blijven.


  • 28 Mei 2014 - 12:59

    Henk Siepman:

    Hoi Stefan en Lisanne.

    We hebben weer met jullie mee genoten. Zo reizen wij ook de wereld over vanuit onze luie stoel.
    De foto's op de zoutvlakte waren erg leuk. Was zeker ook erg leuk om te maken? Als jullie weer naar lager gelegen gebied reizen, krijg je daar dan ook last van en moet je dan ook wennen? De kleding voor de rondleiding in de zilvermijn was ook erg charmant. We konden jullie haast niet herkennen. Nog veel plezier bij het laatste stukje van jullie reis.
    Groetjes van Henk en Patrick en Netty.

  • 28 Mei 2014 - 19:04

    Annelies En Jos:

    Vanuit een zonnig Valencia is het leuk om op de hoogte te blijven van al jullie belevenissen. En erg leuk geschreven, Stefan!
    De foto's op Facebook zijn geweldig en vertellen al een groot deel van het verhaal, maar niet dat jullie met alle kleding aan onder 7 dekens hebben geslapen en dat Stefan alle medepassagiers in het vliegtuig heeft vergast, haha!
    Nog heel veel plezier deze laatste week. Wij zien elkaar volgende week vrijdag op Schiphol en kijken daar nu al naar uit.
    Liefs van Annelies en Jos

  • 30 Mei 2014 - 21:36

    Oma Schraven:

    Rob heeft jullie verhaal uitgeprint voor mij en ik heb er weer van genoten. En ik niet alleen, want ik laat ook anderen meegenieten zoals buurvrouw Toso, Mary en Martien en mijn hulp (Lenie). Zij vinden het allemaal even leuk om jullie verhalen te lezen. Nog veel plezier en gauw tot ziens.
    Dikke hug!
    Oma

  • 30 Mei 2014 - 22:11

    Rita En Roderick:

    Hallo Stefan en Lisanne,

    Wat geweldig leuk om jullie verhalen te lezen. Wat maken jullie veel mee zeg.
    Hebben jullie nog iets aan de salsalessen gehad? En ook in praktijk kunnen brengen?
    Misschien zien we jullie weer bij de vervolgcursus.
    Nog een goede reis verder.


Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Lisanne

Actief sinds 02 Feb. 2014
Verslag gelezen: 466
Totaal aantal bezoekers 12259

Voorgaande reizen:

05 Februari 2014 - 06 Juni 2014

Zuid-Amerika

Landen bezocht: